[kunstwerk 'Biblical Roots' van Albrecht Behmel, www.behmel.de. De titel van dit prachtige kunstwerk verwijst mijn inziens naar de eigenschappen en kwaliteiten van geloof, vertrouwen en liefdevolle goedheid. Vandaar 'Biblical Roots']. De derde parashah van het eerste Bijbelboek Beresjiet (Genesis) is Lech Lecha, wat letterlijk ‘ga’ betekent. Deze parashah begint in vers 12:1 en eindigt bij vers 17:27. Het is in tegenstelling tot parashot Beresjiet en Noach een blijmoedig Bijbelgedeelte. De eerste parashot werden gekleurd door een tragisch narratief, met Adam als symbool van een mislukte beproeving, Noach als symbool van een persoonlijke teloorgang (dronkenschap) en de ondergang van de generatie van de Toren van Babel. De huidige parashah Lech Lecha richt zich juist op de prestaties en positieve karaktereigenschappen, in dit geval die van Abraham. Het is het verhaal van een nieuw begin, van een man die op reis gaat en onderweg wordt geconfronteerd met allerlei beproevingen, strijd en tegenslagen, maar uiteindelijk zijn doel bereikt. Met Abraham, zo schrijft Rabbi Jonathan Sacks in zijn commentaar, ziet een nieuw geloof het licht: het verantwoordelijkheidsgeloof, waarin het goddelijk gebod en het menselijk handelen elkaar ontmoeten en een nieuwe en gezegende orde voortbrengen, gebouwd op de principes van recht en gerechtigheid.[1] In deze Blog staan we stil bij de eerste verzen van Lech Lecha en de betekenis van beide woordjes. Opdracht en belofte God spreekt voor de eerste keer met Abraham[2] (op dat moment is zijn nog naam nog Abram) en draagt hem op weg te trekken uit zijn land en zijn familie en naaste verwanten te verlaten (12:1). Abraham wordt opgedragen zowel zijn land, geboorteplaats als ouderlijk huis te verlaten. Hij wordt op reis gestuurd naar een voor hem onbekend land: geen gedetailleerde routekaart, geen welomschreven eindbestemming, laat staan Google Maps of Waze. Hij moet emigreren en een streep zetten onder zijn verleden en afkomst (geboortegrond en opvoeding). Rabbi Chayim Ben Attar benadrukt mijns inziens terecht dat het verlaten van een familie het zwaarste en meest pijnlijke aspect is, meer dan nog het verlaten van iemands land en geboorteplaats.[3] Separatie (letterlijk ‘losmaking’), een kernthema in de ontwikkelingspsychologie, is een pijnlijk proces. Op Gods instructie: ‘ga’, begint Abraham aan zijn lange reis. Hij wordt vergezeld door zijn vrouw Sara (op dat moment is haar naam nog Sarai) en zijn neef Lot. De kamelen worden geladen en zij vertrekken. Abraham krijgt de belofte mee dat God hem tot een groot volk zal maken en hij gezegend zal worden; ‘Ik zal je zegenen, Ik zal je aanzien geven [een goede naam], een bron van zegen zul je zijn. Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou bespot, zal Ik vervloeken. Alle volken op aarde zullen via jou gezegend worden.’ (12:1-3). Opvallend is dat in Lech Lecha geen informatie wordt verstrekt over de reden van de uitverkiezing van Abraham. Hij vertrekt in het Bijbelse jaar 2023 (1738CE) zonder dat wij op de hoogte worden gesteld van bijvoorbeeld zijn karakter of eerdere verdiensten in zijn leven. Abraham is tenslotte al 75 jaar oud en je zou verwachten dat er in al die jaren wel iets zinnigs over hem te vertellen zou zijn. In de vorige parashah was dat bij de uitverkiezing van Noach immers wel het geval. Noach was een rechtvaardig man die in zijn tijd, in vergelijking met anderen in verbondenheid met God een voorbeeldig leven leidde (6:9). Daarbij komt dat Abraham in tegenstelling tot Noach geen welomschreven opdracht meekrijgt (Noach ontvangt een duidelijke opdracht: bouw een ark). Het lijkt hier de bedoeling van de Torah om juist te laten zien dat de keuze van God niet gebaseerd was op alle verdiensten en prestaties van Abraham. De keuze, zo benadrukken de commentatoren, is gebaseerd op zijn karakterologische eigenschappen, met name geloof en vertrouwen in God enerzijds en liefdevolle goedheid (chesed) en vriendelijkheid anderzijds. Juist in deze parashah Lech Lecha wordt de karaktertrekken van geloof en vertrouwen geaccentueerd. In de volgende parashah (Wajera) worden liefdevolle goedheid en vriendelijkheid benadrukt. In Lech Lecha betreft het dan ook een test van geloof. Je zou maar de oproep krijgen om jouw land, geboorteplaats en ouderlijk huis te verlaten en gewoonweg op reis te gaan naar een voor jou onbekende bestemming! Dat vergt een vast geloof en rotsvast vertrouwen in degene die jou die opdracht geeft. Het ‘gaan’ of gaan naar’ is wat commentatoren als Maimonides (1138-1204CE) met recht omschrijven een ‘allergrootste sprong in geloof’ (in het ENG: ‘a supreme leap of faith’). Abraham is de eerste van zeven ‘archetypes’ in de Torah, waarop de karaktertrekken en kwaliteiten van ieder mens zijn gebaseerd. Geloof, vertrouwen, liefdevolle goedheid en vriendelijkheid zijn de eigenschappen die men meekrijgt en leert van Abraham, de oudste der vaders (avot). De twee andere vaders, Isaac en Jacob voegen aanvullende eigenschappen toe, evenals de vier moeders (imahot); Sarah, Rebecca, Rachel en Leah. De betekenis van de woorden Lech Lecha De bekende bijbelexegeet Rashi (1040-1105CE) vertaalt de woorden ‘lech lecha’ als ‘ga voor jezelf op reis’. Deze uitleg staat voor een geloof in eigen kunnen en mogelijkheden. Volgens Rashi bedoelt God: ga op reis voor je eigen voordeel en bestwil. Je moet, zo wordt Abraham geïnstrueerd, jouw eigen verleden opgegeven om toekomst te verwerven en te ontdekken wat jouw unieke bijdrage voor een betere wereld kan zijn. Start opnieuw, zegt God tegen Abraham. Alleen op deze manier zegt God, zal Ik jouw karakter kenbaar maken aan de wereld. Volgens de Rebbe (Rabbi Menachem M. Schneerson, 1902-1994CE) heeft het woordje ‘gaan’ in de Torah de connotatie van een beweging naar een ultiem doel, dat is; dienstbaarheid aan de Creator (de reden waarom een persoon is geschapen).[4] Deze uitleg sluit aan bij het psychologische principe van de zelfontdekking die zo essentieel is voor een proces van separatie en individuatie, het proces van losmaking (land, geboorteplaats en ouderlijk huis) en het ontwikkelen van eigenheid. Dit is ook de reden, zegt Rabbi Nachman van Breslov (1772-1810CE), dat de Eeuwige het doel van een levensreis aan een persoon niet van tevoren onthult. Een persoon zou anders niet alleen zijn vrije wil worden ontnomen, maar hij zou ook niet kunnen groeien en tot zijn uiteindelijke bestemming kunnen komen. Zelfontdekking is goed beschouwd een levenslang proces en het kan ons helpen onszelf te leren kennen, goede keuzes te maken en een betekenisvol leven te leiden. Dit proces kent vele uitdagingen. Een tweede interpretatie van de woorden ‘lech lecha’ betreft ‘ga met jezelf’. Tijdens onze levensreis trekken wij van plaats naar plaats en van ontmoeting naar ontmoeting. Hierdoor breidt een mens zijn invloed uit over vele plaatsen en mensen. ‘Ga met jezelf’ betekent dan ook dat jouw unieke invloed als een soort parfum wordt verspreid. Juist de unieke persoonlijkheid van de reiziger, zijn karakter, zijn opvattingen en talenten, worden ingezet om de kennis van God over de wereld te verspreiden. Het bestaan van God is immers niet aan een plaats gebonden. Hij is immers schepper van en heerser over het hele universum en tegelijkertijd verborgen. Daarom instrueert God mensen om Zijn licht te verspreiden. Dit impliceert een grote verantwoordelijkheid voor de individuele mens. Vandaar de term ‘verantwoordelijkheidsgeloof’ (J. Sacks). Een derde, meer mystieke interpretatie, interpreteert de woorden ‘lech lecha’ als ‘ga naar jezelf’. De reis wordt in deze uitleg beschouwt als een reis naar het diepst van de ziel van een mens, het punt van de waarheid in een mens (Rabbi Nachman, Sefat Emet[5]). Met de bekende woorden van rabbi Zoesja van Hanipol: ‘Wanneer ik in de hemel kom, zullen ze mij niet vragen: waarom was jij niet Mozes? Ze zullen me vragen: Zoesja, waarom was je niet Zoesja?’ Een vierde interpretatie is ‘ga alleen’. Iedere levensreis is ook een solitaire reis, hoe belangrijk, waardevol en betekenisvol sociale contacten ook zijn. De mens is zowel een solitair en daarmee kwetsbaar en intrinsiek eenzaam wezen en tegelijkertijd een sociaal wezen (zie Blog #19 over Soloveitchiks typologie van Covenantal Man). Hij verlangt vanuit zijn diepste zijn naar intieme relaties, zowel met zijn Schepper als andere mensen. Dit verlangen sluit zijn solitair-zijn niet uit, maar maakt zijn leven zowel dragelijk als zinvol. Rabbi Jonathan Sacks zegt hierover: ‘slechts iemand die bereid is om alleen, enkelvoudig en uniek te zijn, kan de God vereren die alleen, enkelvoudig en uniek is.’[6] Lech Lecha betekent al met al dat een mens, zoals Abraham, wordt opgeroepen alles achter zich te laten wat voorspelbaar, onvrij en begrensd maakt. Hij wordt opgeroepen zijn land, geboorteplaats en gezin van herkomst te verlaten. Hij wordt uitgedaagd de krachten van de natuur en die van zijn afkomst te trotseren om hier in alle vrijheid bovenuit te stijgen. In deze zin betekent ‘Lech Lecha’ zowel de bereidheid als moed om de eenzame reis te ondernemen als het rotsvaste vertrouwen dat God deze reis zal zegenen. Alleen op deze manier is een mens, zo is de boodschap van deze parasha, in staat om zijn unieke bijdrage aan de wereld te leveren. Centraal in deze parashah is de idee van ‘de mens in beweging’: altijd onderweg, zich ontwikkelend, groeiend van het ene niveau van functioneren naar het andere niveau. Ons spirituele leven is geen statisch, monotoon of mechanisch gedreven leven.[7] Deze parashah leert ons ook dat vrijheid en verantwoordelijkheid hand in hand gaan. Zonder vrijheid is het persoonlijke antwoord van een mens op Gods roepstem niet mogelijk. En, vrijheid zelf roept op tot verantwoordelijkheid. Als een mens deze handschoen niet oppakt [d.w.z. niet antwoorden], dan zal de vrijheid geen vrucht dragen. Tot slot God, zo leren we uit vers 17:1, volgt de creatieve, moedige en initiatief nemende reiziger: ‘Wandel voor Mij uit en wees perfect’. Dit vers wijst als eerste op een essentieel aspect van de levenswandel, namelijk dat de mens wordt opgeroepen Zijn partner te zijn. ‘Ik [God] heb jou [mens] nodig om de mensheid als geheel te perfectioneren en te verdelen…. Alleen een gezamenlijke inspanning van mens en God kan een nieuwe humane persoonlijkheid creëren en de mensheid redden van een betekenisloze, bruut bestaan.’[8] Vervolgens leert onze huidige parashah dat onze levensreis moed en een sterke overtuiging in eigen kunnen vereist. Gegrond in een voortdurend besef van Gods betrokkenheid (geloof en vertrouwen) en een sterke identiteit[9] is men in staat om zijn land, geboorteplaats en ouderlijk huis te verlaten en op reis te gaan naar een op dat moment nog onbekende bestemming.[10] [1] Sacks, J. (2022). Verbond en Dialoog: Genesis, boek van het begin. Skandalon (p.66). [2] De transitie van de naam ‘Abram’ naar ‘Abraham’ vindt plaats na zijn circumcisie (besnijdenis), vers 17:5 en het vervolg in hoofdstuk 17. De betekenis van de naam ‘Abraham’ is een ‘hamon goyim’ te zijn, ‘een vader van vele volken’. [3] In: Or Hachayim, commentary on the Torah by Rabbi Chayim Ben Attar, translated and annotated by Eliyahu Munk, Volume I (Genesis). Ktav (p.119). [4] Schneerson, M.M. (2014). Torah Studies: a Parsha Anthology. Kehot (p.11). [5] Sefat Emet, de tweede Gerrer Rebbe zegt in 1877: ‘met respect voor jouw uniciteit’. In het geval van Abraham gaat het volgens hem niet alleen om het uitdragen van het monotheïsme, maar juist ook om een levensreis in overeenstemming met Torah. In: Goldscheider, A. (2023). Torah United. OUPress (p.30). [6] Sacks, J. (2022). Verbond en Dialoog: Genesis, boek van het begin. Skandalon (p.74). [7] In tegenstelling tot de engelen. Zij zijn statische wezens en om deze reden beschreven als wezens die ‘staan’ (Jesaja 6:2). Zij worden in tegenstelling tot de mens niet gedreven door dromen of doelen in het leven en kunnen daarom zich niet ontwikkelen of groeien. Het joodse leven van een mens kenmerkt zich juist door de mogelijkheid tot persoonlijke groei en het leveren van prestaties (vandaar de term ‘halachah’ voor de joodse wetgeving, afkomstig van het woord ‘lech’). [8] Rabbi Joseph B. Soloveitchik in zijn toelichting op deze parashah, Chumash Neuwirth Edition, p.104. Ook in deze toelichting wordt het onlosmakelijke verband tussen vrijheid en verantwoordelijkheid benadrukt. De idee van partnerschap tussen God en de mens is een fundamenteel aspect van het joodse leven. Dit idee staat in contrast met het godsbegrip van Aristoteles, wat centraal staat in het christendom. [9] In de moderne klinische psychologie is zelfsturing dan ook een kernelement van een gezonde en sterke identiteit van een persoon. Zelfsturing is het vermogen zelf richting te geven aan het leven. Een gezonde persoonlijkheidsstructuur kenmerkt zich onder andere door zelfsturing, geoperationaliseerd door een betekenisvol leven, waarden voor gedrag en zelfreflectie. De mogelijkheid tot zelfsturing is geënt op de joodse theorie over vrijheid en verantwoordelijkheid. Zie: Kloens, G.J. & Kloens, G.L.E. (2022). Herstellen Doe Je Samen. Mokum (p.73). De mogelijkheid tot zelfsturing en daarmee de mogelijkheid voor een mens een fundamentele bijdrage te leveren aan deze wereld is [naast de idee van partnerschap] een fundamenteel aspect van de joodse levensfilosofie en daarmee diametraal tegenovergesteld aan het mensbeeld uit bijvoorbeeld het christendom of oosterse religieuze mensbeelden. [10] Hirsch, S.R. (2016). The Hirsch Chumash: Bereshis. Feldheim (p.289). Click on 'previous' or 'forward' to read more Blogs (Klik op 'vorige' of 'volgende' voor meer Blogs).
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |