In Jewish Life #24 hebben we aandacht besteed aan chesed, een eigenschap van liefde, te vertalen als ‘liefdevolle goedheid’ of ‘vriendelijkheid’. Deze chesed komt onder andere tot uiting in een gastvrije levenshouding, het op een empathische wijze openstaan voor andere mensen. Een open huis en een gedekte tafel zijn de kenmerken van gastvrijheid. Er wordt altijd wel een kop koffie, glas thee, een wijntje en wat lekkers voor de gasten geserveerd. Abraham en Sarah zijn als de eerste patriarch en matriarch prototypen van chesed.
We hebben echter ook geconstateerd dat deze eigenschap ook onmatige, grenzeloze vormen kan aannemen. Een vriendelijke en gastvrije houding naar anderen is in sommige situaties niet alleen ongewenst maar ook gevaarlijk. Chesed moet dus beschermd worden wil het niet vervallen in onmatigheid en grenzeloosheid. In de Torah en joodse filosofie wordt het recht (Din)[1] beschouwd als het principe dat chesed moet beteugelen. Din staat voor de behoefte aan recht, rechtshandhaving, orde en begrenzing. In de rechtspraak zal een rechter dan ook recht spreken, zonder daarbij de vriendelijkheid uit het oog te verliezen. Liefde in de vorm van chesed en recht zijn dan ook de beide polen van een zogenoemd woordpaar, een principe van twee waar de wereld op gebaseerd is.[2] Chesed en rechtvaardigheid worden dan ook beschouwd als de twee fundamentele principes in de Joodse Bijbel. Ongelijke principes en tevens gelijkwaardig.[3] Rechtvaardigheid matigt en begrensd de chesed, zodat de liefde niet haar grenzen te buiten gaat zoals een rivier bij overvloedige regen haar oevers te buiten kan gaan. Zonder recht en begrenzing wordt de liefde sentimenteel, beschreef de filosoof Emmanuel Levinas al treffend. De liefdevolle goedheid op haar beurt zorgt voor compassie en zachtheid zodat het recht niet te streng en te strikt wordt. De uitdaging is aldus gelegen in een juiste balans tussen beide polen. Byron Sherwin zegt het als volgt: “Het is belangrijk dat deze paren van complementaire polaire posities, zoals goddelijke liefde en gerechtigheid, in een goed evenwicht worden gehouden. Als de gerechtigheid niet wordt getemperd en in evenwicht wordt gebracht door liefde en barmhartigheid, zou er een zware straf volgen, vooral in onze wereld. Als liefde en barmhartigheid niet getemperd en in evenwicht gehouden zouden worden door gerechtigheid, zou de anarchie regeren. Deze polaire tegenstellingen moeten in de juiste balans zijn om onze wereld goed te laten functioneren.[4] Deze tegenpolen worden gevaarlijk wanneer beide partijen autonoom opereren, dat wil zeggen wanneer er gerechtigheid bestaat zonder liefde, of liefde zonder gerechtigheid.”[5] In de Torah is Isaak het prototype van Din. Hij is de patriarch van de begrenzing. Hier hebben we in tegenstelling tot chesed dat zich kenmerkt door een beweging naar buiten, te maken met een beweging naar binnen; ingehouden en restrictief. Isaak is de man van de zelfbeperking, concentratie, strengheid[6], teruggetrokkenheid en heroïsche zelfopoffering.[7] Het is in parashah Chayei Sarah niet voor niets dat Isaak zijn land niet verlaat en zijn vader Abraham aan zijn knecht Eliezer op de opdracht geeft op reis te gaan om een geschikte levenspartner voor zijn zoon te vinden. In Chayei Sarah blijft Isaak een enigszins cryptisch, mysterieus figuur. Er wordt in tegenstelling tot zijn vader Abraham of zoon Jacob niet veel informatie over zijn leven gegeven. Hij blijft voor ons grotendeels de verborgene, de teruggetrokkene. Slechts twee episoden worden beschreven. Zijn verblijf in Gerar, de plaats van het conflict over de waterputten en zijn rol in het conflict tussen Jacob en Esau. Zelfs in deze narratieven, zo schets Rabbi Soloveitchik terecht, lijkt Isaak eerder te reageren dan te acteren.[8] Hij is, in tegenstelling tot zijn vader, geen creatieveling, een man die op een actieve manier bijdraagt. In vergelijking met Abraham en Jacob, de drie aartsvaders, besteedt de Torah niet veel tekst aan de levenswandel van Isaak. Dat de Torah de beteugeling van de liefde zo nadrukkelijk op het oog heeft en de commentatoren Isaak duiden als het model-mens van de begrenzing, is vanuit modern psychologisch onderzoek niet zo vreemd. Het vermogen om grenzen te kunnen ervaren en te kunnen stellen is een kernaspect van een gezonde identiteit van een persoon, die daarmee ook in staat in grenzen te bewaken in de omgang met anderen. Uit liefde en gastvrijheid zou je voor de gehele mensheid de deur van je huis wel open willen zetten of iedereen met vriendelijke goedheid tegemoet willen treden. Vanuit een joods perspectief is dit niet alleen onwenselijk maar ook ongepast. De liefde moet begrensd worden. De mens moet zich ook kunnen beheersen, met name als het gaat om interpersoonlijke relaties. De moderne psychologie sluit aan bij de aloude wijsheden uit de Torah. Realistische grenzen en zelfbeheersing worden in de psychologie een basisbehoefte genoemd.[9] Deze basisbehoefte is in veel opzichten de natuurlijke tegenpool van zelfexpressie en zelfverzekerdheid. Grenzen zijn nodig om onze impulsen te beheersen en ons fatsoenlijk te gedragen naar andere mensen. Een persoon die in de opvoeding realistische grenzen eigen heeft gemaakt, beseft dat niet alles mogelijk is en is in staat om andermans grenzen te respecteren. Zoals bij Isaak het geval is hij in staat zichzelf te beperken en in bedwang te houden. Isaak leert ons de waarde van discipline, zelfcontrole, zelfbeperking en rechtvaardigheid, niet in de minste plaats om de liefde, die in haar essentie onmatig is, te begrenzen. Een gezonde persoonlijkheid, dat wil zeggen een persoon met een sterke identiteit en betekenisvolle intieme relaties met anderen, is in staat om zowel de liefde als de begrenzing in zijn leven gestalte te geven. Hij ‘beweegt en ademt’ als het ware tussen beide tegengestelde polen, waarbij hij het ene moment de liefde laat prevaleren en het andere moment het recht en de grenzen voorrang geeft. [1] Een Beit Din is dan ook een huis van recht. [2] Voorbeelden van andere bekende woordparen zijn: geest-lichaam, plus-min, man-vrouw, dag-nacht en land-water. Het betreffen onderscheiden entiteiten of polariteiten die zich in de werkelijkheid op een harmonische wijze manifesteren. Dit betreft de theorie van de geïntegreerde diversiteit, zoals wij in Blog #2 hebben beschreven. [3] De liefde en chesed in het bijzonder worden in het Jodendom niet zoals in het Christendom als belangrijker, hoger en beter beschouwd dan recht(vaardigheid). Dit Grieks-christelijke dualisme staat dan ook haaks op het joodse denken, dat gebaseerd is op een zogenoemd dialogisch levenstheorie. Beide onderscheiden principes worden vanuit hun beider unieke betekenis geacht in harmonie samen het joodse leven vorm te geven. [4] De eigenschap die zorgt draagt voor balans wordt in de joodse filosofie van de Kabbalah, Tiferet genoemd. Deze eigenschap is te duiden als ‘schoonheid’, ‘barmhartigheid’, ‘glorie’ of ‘vrede’ (shalom). Het woordje ‘shalom’ betekent harmonie. Tiferet zorgt voor harmonie tussen Chesed en Din. Deze eigenschap is in deze theorie de karaktereigenschap van aartsvader Jacob. [5] Sherwin, B.L. (2006). Kabbalah: An Introduction to Jewish Mysticism. Rowman & Littlefield Publishers (p.64). [6] Pahad, het Hebreeuwse woord voor striktheid of strengheid in de betekenis van strikte rechtvaardigheid. [7] Datgene wat men gevurah noemt. Denk maar aan de Akeidah, het offer in parashah Vayera. [8] Soloveitchik, J.B. (2017). Abraham’s Journey. KTAV Publishing House. (p.193). [9] In Kloens, G.J. & Duijn, van, G. (2015). Alles over Liefde en Relatiekwaliteit. InnovatieDuo, worden vijf basisbehoeften beschreven (1. veilige hechting, 2. autonomie en identiteit, 3. zelfexpressie, 4. zelfwaardering en zelfverzekerdheid, en 5. realistische grenzen en zelfbeheersing). (pp.317-340) Click on 'previous' or 'forward' to read more Blogs (Klik op 'vorige' of 'volgende' voor meer Blogs).
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |