In de wekelijkse parashah Va’eira lezen we in vers 6:7: ‘En Ik zal u Mij tot een volk nemen, en Ik zal u tot God zijn.’[1]
In zijn commentaar op deze tekst benadrukt Rabbi Joseph B. Soloveitchik dat de politiek-historische eenheid van Israël gebaseerd is op de uitkomsten van het verbond met het volk ten tijde van haar verblijf in Egypte, voorafgaand aan het geven van de Torah [letterlijk ‘instructies’) op Sinaï. Dit verbond dwong het joodse volk tot één uniforme bestemming. Het volk is uniek, niet alleen in haar manier van leven, maar ook in de historische transmigraties en paradoxale bestemming. Deze lotsbestemming is met het verstand niet te begrijpen; niet voor het joodse volk zelf, noch voor anderen. In Bemidbar 23:9 lezen we niet voor niets: ‘Zie, een volk is het, dat afgezonderd woont en onder de volkeren zich niet rekent.’[2] Deze positie van afzondering impliceert tevens eenzaamheid. Zoals ieder mens uniek en daarmee ook eenzaam, is dit volk ook als afgezonderd volk onder de volken op aarde, in zekere zin eenzaam. De huidige staat Israël erkent deze unieke status en haar bestemming. Geen enkele jood kan afstand doen van zijn deel binnen de eenheid, die gebaseerd is op het lot van eenzaamheid van het Joodse volk als natie. Gelovige joden, of ongelovige joden, allen maken deel uit van een natie, die eenzaam en vaak verlaten deel uitmaakt van een grote en veelal vijandige wereld. Het volk is door de Eeuwige apart gezet en daardoor voor velen niet begrepen. Haar status roept vaak wrevel, weerstand en (niet zelden) agressie op. Het huidige en wijdverspreide virulente antisemitisme is een uiting daarvan. Commentatoren, zoals Soloveitchik, hechten daarom ook grote waarde aan het behouden van eenheid binnen het joodse volk. Deze eenheid is cruciaal voor de reis die het volk onder moeilijke omstandigheden moet gaan en de missie die aan het volk is verbonden, namelijk; een licht zijn onder de volken. Er mag, zegt Soloveitchik, geen frictie of strijd onderling zijn die deze missie ondermijnen. Eensgezind moet men haar weg in afzondering gaan. De lezer zal begrijpen dat de werkelijkheid er vaak anders uitziet. Er bestaat, zeker in het huidige Israël, frictie. Links en rechts georiënteerde politici strijden om de macht en de huidige oorlog met Hamas, Hezbollah en Iran roept vele tegengestelde, vaak heftige, emoties op. Ondanks deze fricties is eensgezindheid het doel en daarmee een uitdaging. Als de onderlinge verschillen de overhand nemen, dan zal dat voor het joodse volk, zo schets Soloveitchik, desastreuze gevolgen hebben. De Tanach schetst deze gevolgen in de vorm van verbanning en Godverlatenheid. De geschiedenis van het joodse volk getuigt van deze gevolgen. Onderdeel zijn van Zijn verbond impliceert verplichtingen. Naleven van Zijn instructies is er een van. Eensgezindheid is daar ook onderdeel van. Het joodse volk wordt als partij in het verbond uitgedaagd haar missie te verstaan en als unieke entiteit uit te voeren. Frictie en strijd zijn daarbij op zich een normaal verschijnsel. Als deze verschijnselen echter de boventoon gaan voeren, wordt de eensgezindheid ondermijnt en zal het slagen van de missie uitblijven. Hester panim, de Godverlatenheid het rampzalige gevolg: ‘Ze zullen Mij vreselijk boos maken en Ik zal hen straffen. Ik zal hen verlaten en niet meer voor hen zorgen. Het zal slecht met hen aflopen door alle rampen en ellende die hun zullen overkomen.’ (Devarim 31:17). [1] J. Vredenburg vertaling, uitgave NIK 5751/1991. [2] A.S. Onderwijzer vertaling, Van Creveld5660/1899. Click on 'previous' or 'forward' to read more Blogs (Klik op 'vorige' of 'volgende' voor meer Blogs).
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |